Zesde toespraak, najaar 1975.
Eens is het socialisme een nobele beweging geweest, gedreven door een oprecht begaan zijn met de bittere armoede, waarin vele leefden en stierven. Maar de strijd tegen de armoede is ontaard in een strijd tegen de rijkdom; men nivilleert inkomens als een bezetene, spreekt over afromen van overwinsten terwijl het bedrijfsleven zich nauwelijks in stand kan houden, de overheid slacht schaamteloos de kip, die de gouden eieren zou moeten leggen en de Partij van de Arbeid zal als de Partij van de Werkloosheid de historie ingaan.
Maar de strijd —"onze strijd" zoals onze Joop zou zeggen!— moet op alle fronten gestreden worden: van het materiele vlak moet hij naar het culturele verlegd worden. Ook dit heeft nobele wortels in een ver verleden: het begon als een strijd tegen de culturele verkommering, waarin velen leefden en stierven. Maar ook deze strijd is al jaren geleden ontaard in de bestrijding van culturele rijkdom en intellectuele elite: het is al meer dan veertig jaar geleden, dat H.G.Wells voorspelde, dat de nieuwe klassestrijd de bestrijding der capabelen zou zijn!
Het is stil rond de Stichting "Nederland Muziek", die zich enkele jaren geleden onder aanvoering van Rudy Kousbroek en Theo Olof beijverde voor een vierde radiozender met constant goede muziek zonder gezever, een initiatief, dat zoveel adhesie oogste, dat zelfs minister van Doorn —en dat zegt wat!— het niet negeren kon. Gehoord de hoge kwaliteit en enorme varieteit van wat op de internationale gramofoonplatenmarkt geboden wordt, is de realisatie van een dergelijke pure muziekzender uit technisch oogpunt een trivialiteit.
Maar toen kreeg je de moeilijkheden. Eerst moest het dan maar op de middengolf, die gelijk een ieder weet, het aanhoren niet waard is. Dit was duidelijk te absurd; nu mag de vierde zender dan op de FM-golven, maar, als ik wel ben ingelicht, slechts overdag tot 's middags vijf uur. Tegen de tijd, dat de mensen van hun werk thuiskomen en van muziek zouden kunnen willen gaan genieten, moet het afgelopen zijn! En je moet vooral niet denken, dat als de vierde zender overdag dan wel in de lucht is, dat je dan op redelijke muziek kunt rekenen, oh nee, want met muziek alleen kunnen de omroepverenigingen hun specifieke gezicht niet tonen! Dus toch weer, dat expliciet niet de bedoeling was: gezever..... Het is stil rond de Stichting "Nederland Muziek", ik denk, dat zij zich kotsend van het gekonkel heeft afgewend.
De vierde zender is bestreden met de argumentatie, dat hij alleen zou appelleren aan een reeds muzikaal ontwikkelde minderheid, die hierdoor zich muzikaal nog verder zou ontwikkelen, daarmee de verfoelijke elitevorming in de hand werkend. Walgelijk als het argument is, het was waarschijnlijk het meest oprechte. Onthullend is in elk geval de drogreden, waarmee de omroepverenigingen de muziekzender 's avonds uit de ether gehouden hebben: hij zou hun eigen programma's teveel concurrentie aandoen, en een beroep op de heilige koe "luisterdichtheid" was voldoende om aan te tonen, dat zulks ontoelaatbaar was. Als leek in de omroepwereld zou je kunnen opmerken, dat als van een betrouwbare muziekzender zo'n enorme concurrentie uitgaat, zij hun eigen luistedichtheid zouden kunnen vergroten, door goede muziek uit te zenden in plaats van leuterkonten aan ethervervuiling te laten doen. Maar dan verdedigen zij de erbarmelijke kwaliteit van hun programma's met de opmerking, dat ze zich met het oog op het ledenaantal de luxe van goede programma's, die het volk zouden afstoten, niet kunnen veroorloven. Hier klopt iets in de logica niet... Het is kennelijk een misvatting te geloven, dat radioprogramma's voor de luisteraar worden uitgezonden, de luisteraar wordt slechts gebruikt. De relatie tussen Hoger Onderwijs en Studenten kon hiermee wel eens overeenkomsten vertonen.